STAP 1 Ketel vervanging | STAP 2 Hybride warmtepomp | STAP 3 All-electric ready | STAP 4 All-electric | |
Apparaatinvestering (€) *1 | 2.000 | 7.000 | 12.000 | 15.000 |
Omschrijving installatie | Combi CV-ketel RGA/LTV Expansievat Overstort Inlaatcombinatie Kamerthermostaat | Binnendeel warmtepomp Buitenunit warmtepomp Buffervat Regelaar | Binnendeel warmtepomp Buitenunit warmtepomp Buffervat Regelaar Boiler warm tapwater (optie) | Binnendeel warmtepomp Buitenunit warmtepomp Buffervat Regelaar Boiler warm tapwater |
Bouwjaar woning | n.v.t. | tot 1992 | 1992-2000 | Vanaf 2000 |
Benodigd vermogen*2 Cv-ketel Warmtepomp | 100% - | 40-70% 30-60% | 0-30% 70-100% | - 100% |
Afgiftesysteem *3 | Radiatoren en/of vloerverwarming | Radiatoren, vloerverwarming pre, LT-radiatoren met ventilatoren (optie) | Vloerverwarming, LT-radiatoren | Vloerverwarming, LT-radiatoren |
Benodigde (extra) ruimte | Installatieruimte ketel | Installatieruimte ketel Binnendeel warmtepomp Buitenunit warmtepomp Buffervat | Installatieruimte ketel Binnendeel warmtepomp Buitenunit warmtepomp Buffervat Boiler warm tapwater (optie) | Installatieruimte ketel Binnendeel warmtepomp Buitenunit warmtepomp Buffervat Boiler warm tapwater |
Verwachte besparing *4 CO2 Energie | 10% 10% | 15-35% 10-25% | 40-60% 30-50% | 40-60% 30-50% |
Aandachtspunten | Extra besparing door waterzijdig inregelen Vuil/luchtafscheiding Slimme thermostaat Naden en kieren dichten Na-isoleren van schil Hybride ready Begrenzing aanvoertemperatuur | Geluid buitenunit Plaats buitenunit Verwarmingsbuffer Elektra-aansluiting Extra besparing MV naar balansventilatie met wtw Leidingdiameters cv voldoende Pv-panelen | Bron warmtepomp Verzwaring meterkast Gewicht boiler | Optioneel topkoeling Split of monoblock |
Aandachtspunten |
• Optioneel topkoeling • Split of monoblock |
Apparaatinvestering: € 15.000 |
Omschrijving installatie: binnendeel warmtepomp, buitendeel warmtepomp, buffervat, regelaar en boiler warm tapwater |
Bouwjaar woning: vanaf 2000 |
Afgiftesysteem: vloerverwarming, LT-radiatoren |
Benodigde (extra) ruimte: installatieruimte, binnendeel warmtepomp, buitenunit warmtepomp, buffervat en boiler warm tapwater |
Verwachte besparing CO2: 40-60% |
Verwachte besparing energie: 30-50% |
Aandachtspunten |
• Bron warmtepomp • Verzwaring meterkast • Gewicht boiler |
Apparaatinvestering: € 12.000 |
Omschrijving installatie: binnendeel warmtepomp, buitenunit warmtepomp, buffervat, regelaar en boiler warm tapwater (optie) |
Bouwjaar woning: 1992-2000 |
Benodigd vermogen cv-ketel: 0-30% |
Benodigd vermorgen warmtepomp: 70-100% |
Afgiftesysteem: vloerverwarming, LT-radiatoren |
Benodigde (extra) ruimte: intallatieruimte ketel, binnendeel warmtepomp, buitenunit warmtepomp, buffervat en boiler warm tapwater (optie) |
Verwachte besparing CO2: 40-60% |
Verwachte besparing energie: 30-50% |
Aandachtspunten |
• Geluid buitenunit • Plaats buitenunit • Verwarmingsbuffer • Elektra-aansluiting • Extra besparing MV naar balansventilatie met wtw • Leidingdiameters cv voldoende Pv-panelen |
Apparaatinvestering: € 7.000 |
Omschrijving installatie: binnendeel warmtepomp, buitenunit warmtepomp, buffervat en regelaar |
Bouwjaar woning: tot 1992 |
Benodigd vermogen cv-ketel: 40-70 % |
Benodigd vermogen warmtepomp: 30-60% |
Afgiftesysteem: radiatoren, vloerverwarming pre, LT-radiatoren met ventilatoren (optie) |
Benodigde (extra) ruimte: installatieruimte ketel, binnendeel warmtepomp, buitenunit warmtepomp en buffervat |
Verwachte besparing CO2: 15-35% |
Verwachte besparing energie: 10-25% |
Aandachtspunten |
• Extra besparing door waterzijdig inregelen • Vuil/luchtafscheiding • Slimme thermostaat • Naden en kieren dichten • Na-isoleren van schil • Hybride ready • Begrenzing aanvoertemperatuur |
Apparaatinvestering: € 2.000 |
Omschrijving installatie: combi CV-ketel, RGA/LTV, expansievat, overstort, inlaatcombinatie en kamerthermostaat |
Afgiftesysteem: radiatoren en/of vloerverwarming |
Benodigde (extra) ruimte: installatieruimte ketel |
Verwachte besparing CO2: 10% |
Verwachte besparing energie: 10% |
Goed advies en de juiste stappen
Als duurzaamste technische groothandel van Europa staat energiebesparing bij Rensa Verwarming & Ventilatie hoog in het vaandel. Wij werken samen met de professionele installateur om een bijdrage te leveren aan de energietransitie in Nederland. Dat begint met het in kaart brengen van de mogelijkheden voor ieder individu. Deze brochure geeft een beeld wat de randvoorwaarden zijn voor de verschillende stappen naar all-electric.
Stap 4: All-electric
Relatief nieuwere woningen, grofweg vanaf bouwjaar 2000, kunnen op basis van de standaard isolatie uit die periode, balansventilatie met warmteterugwinning en afgifte via de vloer al direct all-electric uitgevoerd worden. Voor oudere woningen zijn extra stappen nodig zoals beglazing, spouwmuurisolatie, vloer- en dakisolatie om te zorgen voor zoveel mogelijk comfort én een hoger rendement. Dit brengt uiteraard extra kosten met zich mee. De woningeigenaar kan hiervoor net als bij de aanschaf van de warmtepomp een ISDE-subsidie van duizenden euro’s voor ontvangen.
Elektra
Het gaat vaak over gasbesparing, maar zeker bij de stappen naar warmtepomptechniek vormt ook de elektra-aansluiting een belangrijke factor. In de rekensom van besparingen moet ook het extra elektraverbruik van de warmtepomptechniek worden meegenomen, bovendien liggen er plannen om salderen vanaf 2025 af te bouwen tot nul in 2031. Het wegstrepen van benodigde stroom voor de warmtepomp ten opzichte van de opgewekte kWh stroom van de pv-panelen is straks niet meer zuiver: zeker in de wetenschap dat de warmtepomp het meest verbruikt wanneer de zon niet of nauwelijks schijnt.
Daarnaast is lang niet elke meterkast geschikt. Veel bestaande woningen in Nederland beschikken nu over een 1-fase aansluiting. Voor een warmtepomp kan er een 3-fase aansluiting noodzakelijk zijn en dat vergt een extra investering.
Stap 3: All-electric ready
De hybride warmtepomp kán een eindstation zijn, maar dat hoeft niet. Bij all-electric ready selecteren we de warmtepomp met als doel op termijn helemaal van het gas af te gaan. Belangrijke voorwaarde voor all-electric ready is dat de volledige woning op lage temperatuur (<50°C) te verwarmen moet zijn.
De warmtepomp is zwaarder gedimensioneerd (en dus duurder) dan de standaard hybride configuraties, omdat hij op termijn in zijn eentje verwarming én warm tapwater moet verzorgen. Voor dat laatste zal een boiler moeten worden toegevoegd wanneer de HR-ketel er definitief uit gaat: voor een meerpersoonshuishouden kan er gekozen worden voor een 200 tot 500 liter boiler.
Stap 2: Hybride warmtepomp
De hybride warmtepomp is op dit moment een populaire maatregel. Bij de meeste standaard hybrides is de warmtepomp gedimensioneerd om het verwarmingsvermogen van de woning te leveren. De cv-ketel springt bij op koude dagen en verzorgt het warm tapwater. De samenwerking (of niet) is sterk afhankelijk van de gekozen techniek en regeling. De meeste hybrides kunnen ook add-on, dus zonder ketelvervanging aan een bestaande installatie worden toegevoegd. Belangrijk aandachtspunt is de plek en de geluidsproductie van de buitenunit. Hiervoor zijn geluidseisen opgesteld.
Leidingen
Het leidingwerk in de woning moet ook toereikend zijn om de grotere volumes aan cvwater te kunnen transporteren. In woningen met kleine leidingdiameters kan dit krap aan worden: belangrijk is om vanuit de warmteverliesberekening te kijken naar de benodigde volumestroom per ruimte, en de beschikbare leidingcapaciteit.
Systeemwater
Ook vuil- en luchtafscheiders zijn bij lage temperatuursystemen een must: omdat lage temperatuursystemen een laag verschil hebben tussen aanvoer en retour (Δt), is elke vervuiling van het systeemwater een tik voor het rendement en de levensduur.
Buffervat
Om te kunnen garanderen dat het verwarmingssysteem altijd zijn warmte kwijt kan en er geen comfortverlies tijdens ontdooicycli optreedt, adviseert Rensa altijd een buffervat in het verwarmingssysteem te plaatsen. Voor een buffervat is wel extra ruimte nodig, maar zeker bij een nageregeld verwarmingssysteem zorgt een buffervat te allen tijde voor voldoende stroming en een correcte werking van het systeem.
Afgiftesysteem
Komen we in aanraking met warmtepomptechniek, dan is de rol van het leiding- en afgiftesysteem van groot belang. Voor een goed werkend hybride of all-electric systeem is vloerverwarming beneden een pré; de warmtepomp kan hierdoor rustiger draaien en een goed rendement (COP) halen. De radiatoren moeten geschikt zijn voor de lage aanvoertemperaturen van de warmtepomp. Indien de capaciteit krap is, is onderzoek nodig naar de mogelijkheden van plaatsing van ventilatoren op de radiatoren of convectoren. In een hybride situatie heeft de warmtepomp altijd nog de back-up van de ketel, ook voor ruimteverwarming.
Stap 1: Ketelvervangen
Vervanging van de HR-ketel door een moderner exemplaar is voor veel woningen nog altijd een optie om energie te besparen. Niet iedereen heeft het geld, een geschikte woning of voelt de noodzaak om aan de warmtepomp te gaan. Er zijn ook gebieden die in de toekomst bijvoorbeeld aan een warmtenet worden gekoppeld.
Vervang je een ouder toestel voor een modern modulerend HR-toestel dan ligt een gasbeparing van 10% binnen bereik. Zeker in combinatie met simpele isolatiemaatregelen als tochtstrippen en het dichten van kieren en naden. Isoleren van zolder, vloer of spouwmuur zorgt altijd voor een reductie van de warmtevraag: hoe ouder de woning, hoe groter het potentieel. In veel woningen kan dan ook de aanvoertemperatuur van de cv (standaard 80°C) teruggeschroefd worden. Als een woning, ook in de winter, zo goed als altijd verwarmd kan worden met een aanvoertemperatuur van 50°C, dan weet je dat je klaar bent voor de stap naar een warmtepomp.
Waterzijdig inregelen
Aandachtspunt voor elk verwarmingssysteem is waterzijdig inregelen. Met waterzijdig inregelen zorg je ervoor dat alle radiatoren en/of de vloerverwarming exact de juiste hoeveelheid warmwater krijgt voor een optimale werking van het totale systeem. Dat verhoogt niet alleen het comfort, het bespaart ook direct energie. Het toepassen van thermostatische ventielen plus een goede inregeling kan voor een gemiddelde woning een gasbesparing van wel 20% opleveren.
Warmteverlies
Om stappen richting warmtepomp te zetten, wordt er geadviseerd om altijd een warmteverlies berekening te (laten) maken. Met een warmteverliesberekening kun je het benodigde vermogen berekenen op basis van verschillende transmissieverliezen, zoals bijvoorbeeld door ventilatie met raamroosters en koudeval via de gevel.
ENERGIEBESPARING
Er zijn meerdere wegen naar een energiezuinige woning. Hieronder worden een aantal routes met aandachtspunten in kaart gebracht. Voorop gesteld: elke woning is anders, en het is dus onmogelijk om alle 8 miljoen woningen in Nederland, die nu nog met een standaard HR-ketel verwarmd worden, op dezelfde manier te verduurzamen. Feit is dat zowel met de meest eenvoudige stap (ketelvervanging) als met de meest ingrijpende stap (all-electric) altijd te besparen valt. Het tempo en de hoogte ervan hangt sterk af van de uitgangssituatie. En uiteraard spelen budget en persoonlijke omstandigheden een grote rol.
Het begint met isolatie
Een woning isoleren is altijd goed, want je beperkt er het warmteverlies en het benodigd verwarmings- vermogen mee. Hoeveel er geïsoleerd moet worden om de stap naar lage temperatuurverwarming te maken, is per woning verschillend. RVO heeft een standaard en streefwaardwaarden voor verschillende woningtypes in kaart gebracht.
Warmtevraag
Om een woning van na 1945 geschikt te maken voor lage temperatuurverwarming, een aanvoertemperatuur van maximaal 50 ˚C, zullen eensgezinswoningen geïsoleerd moeten worden tot een netto warmtevraag van 43 kWh/m2. Dit kan door het dak, de gevel en de vloer te isoleren, het glas in ramen en deuren te verduurzamen, de kierdichting te verbeteren en/of het ventilatiesysteem aan te passen. Hoewel in bestaande bouw niet altijd praktisch toepasbaar, zorgt een gebalanceerd vraaggestuurd ventilatiesysteem ook voor minder warmteverlies. Via raamroosters aangezogen frisse lucht moet immers altijd opgewarmd worden.
Vanaf 1995 is de energieprestatie-eis EPC opgenomen in het Bouwbesluit. Vanaf dat bouwjaar zijn woningen dusdanig energiezuinig geworden dat met enkele kleine verbeteringen de stap naar lage temperatuurverwarming eenvoudiger te maken is.
Streefwaarden
Wil je het helemaal goed voor elkaar hebben, heeft RVO ook streefwaarden geformuleerd, die vooral bedoeld zijn wanneer delen van woningen verduurzaamd worden. Grofweg kun je aannemen dat een woning bij een gemiddelde RC-waarde van 3,5 aan de minimum eisen voor de stap naar lage temperatuur verwarming voldoet. De ultieme streefwaarden voor bijvoorbeeld dak (RC 8) en gevel (RC 6) zijn echter een stuk hoger.
Warmteverliesberekening
Een warmteverliesberekening is altijd een prima uitgangspunt voor een integraal stappenplan voor verduurzaming. Een warmteverliesberekening is een berekening waarbij aan de hand van de isolatiegraad, het ventilatieverlies en het infiltratieverlies het benodigde vermogen om een woning te verwarmen wordt vastgesteld. Met die uitkomst kun je als woningeigenaar, bouwer of installateur aan verschillende knoppen draaien om tot een energiezuinige en comfortabele woning te komen.
ROUTE NAAR